Paragraaf 1

Op komst van de franken

 

Omdat het Frankische rijk steeds  sterker werd. Ging de Germaanse koninkrijken uiteen vielen. De franken woonden eerst in noord Frankrijk maar door de sterkere franken werd dit ook verspreid door Duitsland, België en Nederland. Gevreesd waren de ruiters ( ridders ) voor deze bewoners. Doordat ze zo sterk waren, veroverden ze vele stammen. Er was  dus een sterke koning die hete: Karel de Grote . Bijna ieder jaar verzamelde hij zijn krijgers om oorlog te voeren. Hij beloond hij zijn mannen door een stukje grond te geven die hij had verovert. De gebieden van de ruiters hadden dus veel mensen die boeren werden. Die moesten schatting betalen. Dit is een manier van belasting vragen. Ze moesten dan een bepaald bedrag betalen en dan liet hij die mensen met rust.

De Saksen waren niet gelovig en koning Karel de grote wel dus met veel geweld zijn de Saksen bekeerd tot het Christendom. Hij deed dit ook in Spanje tegen de moslims. De paus moest een keer vluchten uit Rome. Karel de Grote hielp hem dus de paus was hem zo dankbaar dat hij hem bekroonde tot heilige.

 

Het bestuur van het rijk

 

Er waren zoveel kleine dorpjes dat er geen echte hoofdstad was. Karel moest dus een paar helpers voor het bestuur. Er bestond weinig geld. Dus er moest geld komen.

Er werd belasting geïnd. De deal was dat de onderdanen (de boeren) een deel van de oogst moesten afstaan. De koning had dus te weinig geld om nog meer ambtenaren aan te schaffen . Hij liet zich helpen door hertogen en graven die in zijn naam liet besturen. Zij hielpen ook met oorlogen. Er moest dus wel iets tegen over staan. De graven en hertogen moesten de koning trouw zweren. De koning gaf dan levensmiddelen zoals voedsel sieraden wapens paarden kleding enz. Deze mensen waren vazallen van de koning. Dit was dus het systeem. De trouwste aanhangers gaf hij een leen dit is een stuk grond dat je mocht gebruiken om van te leven. Het bleef wel van de koning . De ontvanger was een leenman van de koning de koning was de leenheer. Dit systeem noemen we feodalisme.

 

Het rijk valt uiteen

 

Het rijk van Karel de grote bleef niet lang. Als een koning overleed werd het verdeeld onder zijn zonen. Dus er kwam een grote verwarring. Deze zonen gingen dus later ook dood en werd nog een keer verdeeld het was dus heel onoverzichtelijk. Daarmee brokkelde het Frankische rijk af. Het kwam ook dat er sluwe invallers opdoken in Europa. De opvolgers wisten er geen raad mee . De bevolking koos meerdere leiders en koningen eigenlijk waren dit meer de graven en hertogen. Zij vormden de hoogste rang, deze mensen waren rijk dus er werd onderscheiding gemaakt tussen gewone mensen en rijke mensen .

 

Noormannen

 

De meeste gevreesde invallers waren de noormannen uit Scandinavië. De noormannen (ook wel vikingen genoemd) waren goede zeelui. Je kan ze herkennen aan de draken schepen. Ze hadden Amerika al 500 jaar ontdekt voor dat Columbus dat had gedaan. Ze plunderen veel steden en kloosters. ze hebben heel Utrecht plat gebrand. Pas in 1000 stopten ze met plunderen omdat ze toen vele steden hadden veroverd. Ze vermenden zich tussen de gewone bewoners en werden Christen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb